aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te Peters burg geroepen, de aandacht op derzelver conclusiën gevestigd en zoodoende er een steentje toe heeft bijge dragen, dat Rusland met geheel uitgewerkte arbitrage- voorstellen ter eerste Vredesconferentie in 1899 kwam. Welke uitgewerkte voorstellen mede hebben geleid tot de oprichting van het Permanente Hof van Arbitrage, al is het schema daarvoor meer rechtstreeks ontleend aan de toen gelijktijdig ingediende Engelsche en Ame- rikaansche voorstellen. Toen op 15 Juni 1907, acht jaren, nadat de eerste Vredesconferentie haar deuren had gesloten, de tweede Vredesconferentie samenkwam, stond het wel vast, dat zij, veel meer dan haar voorgangster, haar aandacht zou wijden aan de versterking van dit Permanente Hof eenerzijds, de uitbreiding van het terrein der arbitrage anderzijds. Toen tegen de aanmerkelijk ver gaande voor stellen ten aanzien van het Hof bezwaren kwamen van verschillende kanten, nam Beerenaert, de ervaren Bel gische staatsman, het initiatief tot de oplossing, dat men twee hoven, het bestaande Permanente Hof van Arbitrage en een nieuw, naast elkander zou laten be staan, opdat telkenmale, wanneer een geschil aanwezig was, de Staten zelven zouden kunnen beslissen of zij tot het eene dan wel tot het andere Hof hun toevlucht zouden willen nemen. Want dat de kern van het nieuwe Hof een geheel andere was dan die van het bestaande, niemand, die het ontkende. Hier toch was sprake van een klein aantal rechters, die uit hun midden een per manente delegatie zouden aanwijzen; hier toch zou voor elk geval opnieuw dezelfde rechtbank zetelen; hier dus werd continuïteit van oordeel gewaarborgd. Juist daar om kan het niet verwonderen, en is het geen toeval, dat in onwilligheid der tweede Vredesconferentie oorsprong 116 INTERN. INSTELLINGEN TE 'S-GRAVENHAGE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 135