INTERN. INSTELLINGEN TE 'S-GRAVENHAGE 121
voorbijgingen. Toen de Fransche Regeering in haar
geschil met Engeland betreffende een tweetal onder
geschikte zaken in Afrika den Belgischen baron de
Lambermont tot eenig scheidsrechter benoemde, uitte
de Oostenrijksche oud-Minister van Justitie graaf
Schönborn zich in een brief aan de .Temps’’ op lang
niet vriendelijke wijze, en de Fransche Senator d’Es-
tournelles de Constant maakte van zijn relaties met
verschillende landen in Europa gebruik om te trachten
de openbare meening wakker te schudden. Hij slaagde
erin om den toenmaligen Amerikaanschen President
Roosevelt bereid te vinden een hangend geschil met
Mexico, betrekking hebbend op de z.g. Pius-aanspraken
van de Katholieke Kerk in Califomië, nog afkomstig
uit den tijd van Mexico’s heerschappij over de kust
van de Stille Zuidzee, aan het Permanente Hof te
onderwerpen. Op 22 Mei 1902 werd te Washington
het betreffend compromis geteekend, en op 14 October
van datzelfde jaar sprak de arbitrale rechtbank te
’s-Gravenhage haar vonnis uit. Intusschen, het was
niet het eerste vonnis, dat in de beperkte, maar voor
name ruimte van het Hof van Arbitrage op de Prinse-
gracht werd voorgelezen. Het oorspronkelijk artikel 26
toch staat het Hof toe om gastvrijheid te verleenen
aan arbitrale rechtbanken of soortgelijke lichamen, die
niet uit zijn midden zijn voortgekomen. Staatsraad Asser
was reeds een paar jaren tevoren door Rusland en
Amerika aangewezen als alleensprekend arbiter in een
geschil over de robbenvangst in de Behringzee, en toen,
nog voordat het Amerikaansch-Mexicaansche geschil
voorkwam, Asser getuigen en agenten van beide par
tijen voor zich riep, geschiedde dit in de zalen van het
Permanente Hof. Asser deed er, in den aanvang van
October 1902, uitspraak, grootendeels ten gunste van