viertal geschil- genaam incident voor, wijl de Russische opper-arbiter van de gelegenheid gebruik, neen misbruik maakte om den inmiddels uitgebroken Russisch-Japanschen oorlog in herinnering te brengen en aan het adres van Rus- land’s tegenstander, Japan, onaangename woorden te wijden. Terecht heeft de Japansche gezant bij het Hof tegen deze handelwijze geprotesteerd; aangezien de be trekkingen tusschen Japan en Rusland waren verbroken, kon hij moeilijk anders doen dan zich wenden tot den Raad van Beheer, van welken hij intusschen moest weten en vermoedelijk geweten heeft, dat deze niet be voegd was zijn klacht te ontvangen! In de daarop volgende jaren zijn een len voor het Permanente Hof gebracht. Een dezer betrof de vraag of de in Japan geheven grondbelasting ook van toepassing kon worden gerekend op daar geves tigde vreemdelingen. Japan eenerzijds, Frankrijk, Duitschland en Engeland anderzijds waren partijen, tusschen welke beslist werd door een rechtbank, be staande uit den Noorschen minister Gram als opper- arbiter en de heeren Prof. Renault en Monoto als rechters, wier uitspraak niet in het voordeel van Japan was. Een tweede geschil betrof Engeland en Frankrijk, die het ten aanzien van de souvereiniteit van den Sultan van Mascate in de Perzische Golf niet eens waren. In deze zaak deed een rechtbank, gedeeltelijk uit onder danen der geschilvoerende partijen, gedeeltelijk uit onzij dige leden bestaande, uitspraak, die deels ten gunste van Frankrijk, deels ten gunste van Engeland was. Het derde geschil eindelijk, dat eerst in 1909 voorkwam, betrof de uitlegging van het tusschen Noorwegen en Zweden bij de afscheiding in 1904 gesloten grens- tractaat. Feitelijk behoorde deze rechtbank niet tot degene, uit het Permanente Hof voortgekomen, want INTERN. INSTELLINGEN TE 'S-GRAVENHAGE 125

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 144