140 INTERN. INSTELLINGEN TE ’S-GRAVENHAGE
ters. Het Hof, aldus art. 2, is een college van onaf
hankelijke magistraten, die ongeacht hunne nationali
teit, worden verkozen onder de personen, die het
hoogste zedelijk aanzien genieten en die in zich ver-
eenigen de voorwaarden, welke vereischt worden om
in hunne betreffende landen de hoogste rechterlijke
ambten te bekleeden, of wel, die rechtsgeleerde zijn
van erkende bekwaamheid op het gebied van het
internationaal recht. Het Hof telde aanvankelijk 11
rechters en 4 plaatsvervangers; het aantal rechters is
door de voorstellen der speciale conferentie tot her
ziening van het statuut van het Hof tot 15 gestegen,
die ter Assemblée van 1930 voor negen jaar werden
gekozen, al werden daarnevens nog vier plaatsver
vangers benoemd, wijl de inwerkingtreding van het
gewijzigd statuut formeel niet kon geschieden. De
leden worden gekozen uit de personen, die zijn voor
gedragen door de nationale groepen van rechters in
het Permanente Hof van Arbitrage, welke groepen
zoodanige aanbeveling slechts doen na advies te
hebben ingewonnen van het hoogste rechterlijk col
lege, de faculteiten van rechtsgeleerdheid en inrichtin
gen, waar het recht wordt onderwezen, van de natio
nale academies en de nationale afdeelingen van inter
nationale academies, welke gewijd zijn aan de studie
van het recht. Zijn er leden van den Volkenbond, niet
aangesloten bij het Permanente Hof van Arbitrage,
dan zullen door dezen aanbevelingen worden aange
boden door nationale groepen, te dien einde door hare
Regeeringen gevormd op dezelfde wijze als de rech
ters in het Permanente Hof worden benoemd. De
aldus voorgedragen personen worden door den secre-
taris-generaal van den Volkenbond op eene alfabeti
sche lijst gebracht, die zoowel aan de Assemblée als