152 INTERN. INSTELLINGEN TE 'S-GRAVENHAGE stand opgeeft het Protocol Het spreekt vanzelf, dat de beteekenis, die het Per manente Hof van Internationale Justitie reeds dadelijk heeft gehad, in steeds grooter mate toeneemt naarmate zijn rechtsgebied zich uitbreidt. De z.g.n. facultatieve clausule, die het mogelijk maakt, dat Staten de bepa- Daarmede zou dus de arbeid, waaraan deskundigen geruimen tijd hebben besteed, zonder meer te niet zijn gedaan, terwijl ook aan sommige verlangens van Amerika niet ware voldaan. Het mag gelukkig heeten, dat de Assemblée deze klip heeft weten te omzeilen. Zij heeft zich tot de Staten, die nog niet hun ratificatie hadden ingezonden, gewend met het verzoek dit ten spoedigste te doen, waardoor uitdrukking is gegeven aan haar meening, dat het Protocol ook na 1 September 1930 blijft voort bestaan. Zij sprak zich verder uit voor voorstellen van den Raad, ontleend aan de amendementen, die ten doel hadden het aantal rechters van 11 op 15 te brengen, zonder inmiddels de plaatsvervangende rech ters, in het oude, formeel nog in kracht zijnde statuut, te kunnen voorbijgaan. Zij nam resoluties aan, die eenerzijds de wenschelijkheid uitspraken, dat het Hof in den werkelijken zin des woords permanent zal zijn, dus voortdurend zitting zal houden, waartoe de aan wezigheid van de rechters nabij de plaats van vesti ging gewenscht is, terwijl zij anderzijds de honoraria voor de rechters in dier voege regelde, dat deze aan allen een vast tractement toestaan. In dezen ietwat voorloopigen toestand bevinden zich de schikkingen, die terzake van het Hof genomen zijn, en die eerst dan definitief kunnen worden, wanneer Cuba zijn tegen- en andere landen voor ratificatie van van 1929 zorgdragen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 171