INTERN. INSTELLINGEN TE 'S-GRAVENHAGE 155
directeur van zijn Division of International Law, den
heer James Brown Scott, verworpen als te kostbaar en
niet rijp voor dezen tijd. De stichting echter van een
school voor politieke wetenschappen, als door Asser
nader omlijnd, vond van die zijde steun, en het Year
book van dat Endowment wees op een drietal belang
rijke punten. De gedachte cursussen zouden fundamen
teel onderricht moeten geven in de elementen van
volkenrecht, diplomatieke, consulaire stelsels, economie
e.d., d.w.z. in alle die onderwerpen, die in eene school
van politieke wetenschappen zijn begrepen. Het pro
gram zou aldus moeten worden ingericht, dat elke
cursus een geheel op zichzelf zou vormen, en dat de
verschillende daartoe aangewezen onderwerpen af
doende zouden kunnen worden behandeld in drie
achtereenvolgende termijnen. De behandeling werd
geacht eenvoudig, doch zuiver wetenschappelijk te
moeten zijn, en nadruk zou moeten worden gelegd op
de voordeelen van den vrede tegenover de methoden
van den oorlog. De hoogleeraren, die de tijdelijke
faculteit zouden samenstellen, zouden academisch ge
vormde leiders moeten zijn; de lecturers zouden niet
alleen theoretisch voor hunne taak moeten zijn bere
kend, maar ook voldoende practische ondervinding
moeten hebben in het door hen te onderwijzen vak.
De cursussen zoowel als de lectures zouden niet alleen
de Division of International Law moeten betreffen,
doch ook zoodanige strekking moeten hebben, dat de
beide andere Divisions van het Endowment, die van
Economics and History en die van Intercourse and
Education, zouden worden ondersteund in het werk,
dat zij reeds sedert een paar jaren ondernamen. Naar
het Yearbook for 1911 (pag. Ill e.v.) mag vooral
daarom worden verwezen, wijl hierin een min of meer