INTERN. INSTELLINGEN TE 'S-GRAVENHAGE 161 betrof, rechtstreeks geroepen tot het in werking stel len van de Academie, heeft toch dit initiatief van de Juristencommissie opnieuw op de noodzakelijkheid der Academie de aandacht gevestigd. Vanaf dat oogen- blik zijn de vroegere pogingen weer met kracht ter hand genomen en zij hebben binnen betrekkelijk korten tijd geleid tot het resultaat, dat met de opening in 1923 werd bereikt. Sedert liggen acht jaren van de Academie voor Volkenrecht achter ons. Acht leerjaren, waarin de cursussen telkenmale in twee gelijke stukken werden gesplitst, die elk jaar een reeks van uiteenloopende onderwerpen bevatten. Wie den laatsten jaargang (1930) van het Internationale Jaarboek Grotius, uit gave van de Firma Martinus Nijhoff, raadpleegt, zal zien, dat zoowel de alphabetische opsomming van de internationale schare van leeraren, die in deze leer gangen optrad, als de systematische vermelding van de onderwerpen, die zij hebben behandeld, ettelijke pagina’s vult. Zal daarin ook zien, dat nog altijd de Raad van Beheer staat onder leiding van den heer Cort van der Linden; nog altijd het Curatorium onder leiding van den heer Lyon Caen te Parijs. Zal daaruit echter in het bijzonder merken hoe groot het gebied reeds is van het volkenrecht, dat thans in tegenstelling met nauwelijks en kwart eeuw geleden, moet worden onderwezen, en zal met erkentelijkheid waarnemen, dat het grootste deel van dit gebied door de leergangen van de Academie wordt beheerscht. De deelneming aan de cursussen van de Academie heeft zich steeds meer in internationalen zin ontwikkeld; het jaarlijksch auditorium komt inderdaad van vele landen. De deelnemers aan deze cursussen vormen een zoo talrijke schare, dat reeds in het tweede jaar een organisatie 11

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 180