IN MEMORIAM FRANQOIS DE BAS
8
tot Luitenant-kolonel (bij K.B. van 7 November 1887).
Reeds drie jaren later werd hij op verzoek op non-
activiteit gesteld (bij K.B. van 20 Augustus 1890) doch
non-actief bleef hij allerminst want nog geen twee
maanden later, den 15en October overhandigde hij aan
den toenmaligen Minister van Oorlog, den Luitenant-
Generaal Bergansius, een memorie tot oprichting van
een krijgsgeschiedkundige afdeeling bij den Generalen-
staf. Hij had hiermede succes want bij K.B. van 24
April 1891 werd hem opdracht gegeven tot instelling
van onderzoekingen als bij voormelde memorie bedoeld.
Bij K.B. van 29 April 1895 op pensioen gesteld zijnde
met den rang van Kolonel werd hij den 13en Mei van
hetzelfde jaar belast met het doen van nasporingen en
studiën op krijgsgeschiedkundig gebied. Twee jaar later
werd hem de titel verleend van Directeur van het Krijgs
geschiedkundig archief van den Generalen-staf. Door
de toevoeging van een Marine en Koloniale Afdee
ling was de archiefruimte weldra te klein. Dienten
gevolge verkreeg hij behalve toevoeging van personeel
ook uitbreiding der localiteiten met een brandvrije
bewaarplaats. Verder heeft de Bas zich nog bijzonder
verdienstelijk gemaakt bij de inrichting van het nieuwe
archief- en museum-gebouw van het Koninklijk Huis
waarbij hij den toenmaligen directeur van H.M.’s Huis
archief trouw terzijde stond. In dit verband heeft hij
zich bijzonder loffelijk gekweten van een opdracht hem
door de Koningin-Moeder gegeven n.l. om van den
Groothertog Adolf van Luxemburg de verzekering te
verzoeken dat voor de kinderen die mochten geboren
worden uit het huwelijk van onze Koningin met Hertog
Hendrik van Mecklenburg-Schwerin de titel van Nassau
zou gewaarborgd worden. Volgens de Nassausche trac-
taten van 1732, 1736 en 1783 kon Groothertog Adolf