VERBOUWING VAN DEN KON. SCHOUWBURG 173 van het bestaande gebouw. De zaal werd gebracht in den vorm, dien zij thans in hoofdzaak nog heeft; doch aan den vorm van de tooneelruimte werd weinig ver anderd. Deze schouwburg heeft ook in de dagen van zijn stichting, gezien de bescheiden middelen, waarmede gewerkt werd, niet als een modelschouwburg kun nen gelden, zooals zoovele dergelijke gebouwen in het buitenland. Kleine verbeteringen zoo nu en dan aan gebracht, bleken echter ook niet afdoende oplossingen te zijn voor de gebreken verbonden aan de indeeling der ruimten rondom de zoo gewaardeerde zaal. Een plan tot verbouwing in 1891 gemaakt door den architect Mutters zonder daartoe uitgenoodigd te zijn dat een uitgave van 375.000.zou vorderen, is niet uit gevoerd. Eerst op 29 Juni 1908 werd het vraagstuk wederom urgent toen de gemeenteraad in zijn vergade ring besloot om een terrein aan den Raamweg te koopen, maar Gedeputeerde Staten en de Kroon hebben er hun goedkeuring aan onthouden. Een zeer ongunstig rapport van den Commandant der Brandweer en den Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht over de brandgevaarlijkheid van het gebouw en een advies van de Commissie van Openbare Werken onder voorzitterschap van Dr. C. Lely, is aanleiding geweest, dat op 3 October 1910 door den Raad onder voorzitterschap van den Burge meester Jhr. Mr. Dr. Van Karnebeek, besloten werd om, lo. den schouwburg met 30 April 1911 te sluiten, een datum die bij besluit van 19 December 1910 ver lengd werd tot 31 Maart 1912; 2o. aan de schouwburgcommissie een crediet toe te staan van 5000.ten einde 3 architecten (één Nederlandschen, één Oostenrijkschen en één En-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 194