174 VERBOUWING VAN DEN KON. SCHOUWBURG
gelschen) schetsontwerpen te doen maken voor
het stichten van een schouwburg op de bestaande
plaats, met toevoeging van het gemeentegebouw,
thans door de afdeeling Onderwijs in gebruik.
Den 4en Januari 1912 werd met 25 tegen 15 stem
men het voorstel van de schouwburgcommissie aan
genomen om haar te machtigen met de architecten
Fellner en Helmer te Weenen in onderhandeling te
treden over het in overleg met de Directie der Ge
meentewerken opmaken van een definitief ontwerp
voor een nieuwen schouwburg. Den 4en September
1912 werd door de schouwburgcommissie ter kennis
van den Raad gebracht, dat door de Oostenrijksche
architecten Fellner en Helmer het definitieve plan was
opgemaakt. Zij gaf den Raad hierbij in overweging het
plan goed te keuren, te besluiten tot den bouw op het
door afbraak van den bestaanden schouwburg, de ge
bouwen Korte Voorhout No. 1 en Schouwburgstraat
No. 6 vrijkomend terrein en hiervoor een bedrag van
1.200.000.beschikbaar te stellen. Door een blok-
keerende motie van het raadslid Hoejenbos, die den
8en April 1913 met 21 tegen 14 stemmen werd aan
genomen, werd de bouw van den nieuwen schouwburg
echter belet en werd den 29sten September 1913 be
sloten den Koninklijken Schouwburg te verbouwen
volgens het rapport van een inmiddels ingestelde com
missie gevormd door Ir. A. van IJsselstein, Directeur-
generaal van den Arbeid, Ir. F. Klinkhamer, Hoog-
leeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft,
J. Meier, Commandant der Brandweer te Amsterdam,
Ir. J. A. G. van der Steur, architect te ’s-Gravenhage
en J. Verheul Dzn., architect te Rotterdam.
De verbouwing volgens de plannen van architect
Gort, welke alle voorruimten, foyers, vestiaires en