10
IN MEMORIAM FRANQOIS DE BAS
hier
slechts
enthousiast
voor die
deed uitkomen. Gekomen bij iden 250en gedenkdag van
den Koning-Stadhouder betreurde de voorzitter het, dat
voor .dien Oranje hier te lande nog geen standbeeld was
opgericht terwijl de Engelsche natie ter eere van dezen
Vorst te Hamptoncourt wel een standbeeld bezit; onder
daverend applaus sprak hij den wensch uit dat in het
200e gedenkjaar van den dood van dezen roemrijken
Oranjevorst (1902) in ’s-Gravenhage een monument
in metaal of graniet zou mogen verrijzen. Het is helaas
bij dit applaus gebleven. Het was niet onze bedoeling
een verslag van deze vergadering te geven maar
om weer te geven dat deze voorzitter even
was voor de Haagsche geschiedenis als
van het Oranje-huis, daaraan zoo nauw ver
bonden. Aan het slot van zijn rede, zinspelende op het
Haagsche wapen, spoorde hij aan tot trouw aan den
ooievaar den brenger van alle goeds in eiken kring
en eindigde met: ,,’s-Gravenhage, moogt gij heeten
Koningshage! Blijf dat lang.”
Een andere belangrijke gebeurtenis onder zijn pre
sidium was de historische tentoonstelling gehouden op
Buitenrust aan den Scheveningschen weg in Mei 1903.
Deze tentoonstelling was een groot succes voor „Die
Haghe”. Het zou te ver voeren hier al de verdiensten
nog eens te herhalen die generaal de Bas voor onze
vereeniging heeft gehad, temeer daar zij in het belang
rijke artikel van den Heer Haaxman in het vorig jaar
boek bij gelegenheid van het 40-jarig jubileum uitvoerig
beschreven zijn. In de zeven jaren van zijn presidium
is „Die Haghe” blijven bloeien en de belangstelling
levendig gebleven; met voldoening kon hij dan ook het
commando aan zijn opvolger Mr. S. Gratama over
dragen. Aan de Bas is „Die Haghe” hiervooor veel
dank verschuldigd.