OUDSTE VESTIGING VAN JODEN IN DEN HAAG 185
October 1662 bij Notaris A.
wonende alhier en teekent een
ruiling van een koets, waarvoor
Op 28 Februari 1663 treffen
notaris aan en wel als lasthebber
Amsterdam. Deze beweert als executeur
der Hoogduitsche joden gaf ik door een enkel voorbeeld
op blz. 8 wel te kennen, dat zich hier reeds in 1655
enkele Portugeesch joodsche dames hadden gevestigd,
maar heel veel meer wist ik er niet van.
Dank zij den klappers, die door de goede zorgen van
de vereeniging Die Haghe gemaakt zijn op de oudste
notarieele protocollen, welke reuzenarbeid nog steeds
wordt voortgezet, ben ik er in geslaagd het bewijs te
vinden, dat zich tusschen de jaren 1660 en 1670 reeds
meerdere Portugeezen hier hadden gevestigd. Deze
onderhielden echter nauwe betrekkingen met hun ge-
loofsgenooten in Amsterdam en elders. En de reden
dat zij in Den Haag zijn gaan wonen zal vermoedelijk
geweest zijn de wensch om dicht bij de Staten-Gene-
raal en het Hof van Holland te zijn, waarmede zij als
lasthebbers van anderen nog al wat te doen hadden.
Over twee Portugeesch-joodsche kooplieden vonden
wij talrijke mededeelingen in de protocollen tusschen
1660 en 1670. En wel over Abraham d’Assevedo en
Samuel alias Fernando Dorta.
Allereerst vinden wij Abraham d’Assevedo op 16
van Adrichem; hij is dan
overeenkomst over de
hij 200 gulden betaalt,
we hem bij denzelfden
van Isaacq Coronel te
van het testa
ment van wijlen Duarta Saraiva, in leven coopman in
Brazilië, van de Portugeesche Regeering 667.900 gulden
te vorderen te hebben, die voor hem verloren zijn ge
gaan bij de overgave van Brazilië aan de Portugeezen.
D’Assevedo moet nu trachten de Staten-Generaal te
bewegen deze som van den Portugeeschen gezant te
krijgen. D’Assevedo teekent met Hebreeuwsche letters,