190 OUDSTE VESTIGING VAN JODEN IN DEN HAAG Op huyden den 2 Mei 1656 compareerde enz. Srs. Jeronimus Nunes da Costa, Samuel Montasines ende David Torres, te saemen coopluyden tot Amsterdam van competenten ouderdom ende hebben bij haere mannen waerheyt verclaert ten versoecke van Srs. Fernando Alvares ende Antonio Corea de Mesquita alias Henriques, ende Robert van de Sterro hoe dat Fouxol voor de somme van omtrent 80000 guldens, dat de voorsz. Sieur Lope in syn leven wel veel ende verscheydene eerlycker luyden tot sijne dienst heeft geemployeert, maer oock de reputatie gehad heeft van aen deselve, daervoor geen con- tentement te hebben gedaen voor welcke diensten de voorsz. luijden den voorsz. Sieur de Lope niet en hebben durven bestaen in rechte te betrecken om het groot credietswille 't welck hij hadde, soo bij de Heere Cardinael de Richelieu als naderhand bij de Heere Cardinael Masarin, sulcx dat na het overlijden van de voorsz. Sieur Lope den voorsz. Calvo ter saecke voorsz. verscheyden questien gemoveert sijn gewerden als onder andere bij juffrouw Gratia da Costa, weduwe van Mons. Alvares tot Parijs ende Anthony Louis tot Amsterdam, dat de voorsz. requirant in den voorn, jare 1638 heeft gehad den ouderdom van 19 a 20 jaren, gevende voor redenen van wetenschap etc. En terwijl Jacques Pereira aan een steeds toenemenden rijkdom plicht naar Amsterdam te gaan en dan 1200 gulden rijk (nots. C. van Door deze voorbeelden meen ik genoegzaam het bewijs geleverd te hebben dat reeds tusschen 1660 en 1670 in Den Haag eenige Portugeesche joodsche families woonden en dat bovendien de talrijke relaties, die de in Amsterdam woonachtige joden in Den Haag hadden meestal voor processueele doeleinden waren. De onderstaande op 2 Mei 1656 voor notaris M. Beeckman gepasseerde verklaring is wel van bijzondere beteekenis voor hetgeen ik boven mededeelde over de inquisitite, die ook in deze gewesten haar vangarmen trachtte uit te strekken. het begin staat van is Samuel Dorta ver is dan niet meer Rijp). ik

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 216