IN MEMORIAM FRANQOIS DE BAS II zoo Op zijn tachtigsten verjaardag werd hem door een commissie onder leiding van den oud-Minister van Oorlog Jhr. Alting von Geusau namens 350 deelnemers een huldeblijk overhandigd. De deelnemers zoowel uit militaire als uit burgerkringen getuigden van de waar- deering voor den arbeid en de vriendschap van den krassen grijsaard. Talrijk zijn de geschriften door hem nagelaten, wiel op militair als op historisch gebied. Wij noemen slechts zijn uitvoerig werk over Prins Frederik der Nederlanden en het Staatsche leger hetwelk hij samen met den militairen historicus Kolonel ten Raa bewerkte. Om verder niet te spreken van de vele brochures en artikelen in militaire en geschiedkundige werken ver schenen. Dat zijn verdiensten erkend werden, getuigden de vele binnenlandsche en buitenlandsche eereteekenen die zijn borst sierden: Hij was Ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, Officier in de Oranje Nassau- orde met de Zwaarden, drager van de meerderjarig- heids-medaille van de Koningin, van de huwelijks- medaille van het Koninklijk echtpaar en van het Mobili- satiekruis, Groot-officier van de Leopoldsorde van België, id. van de Danebrog-orde van Denemarken, id. van de Eikenkroon van Luxemburg, Officier de l’In- struction publique en van het Legioen van Eer van Frankrijk, Ridder van de Kroon van Pruissen, Com mandeur der orde van St. Thiago van Portugal en Ridder van de IJzerenkroon van Oostenrijk. De Bas was sober van levensopvatting, geen bezoeker van zijn sociëteit, waar hij alleen kwam om contributie te betalen of een diner-de-corps mede te maken. Dan kon hij zijn partij goed mee doen en was hij een der meest onderhoudende tafelgenooten. Rooken heeft hij

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 21