EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 25
Zie noot op bl. 23.
Zondag 2 Augustus.
De verjaring van de Koningin-Moeder wordt niet
gevierd.
Onder het aankleeden kwam H. al met het bericht
boven dat gisterenavond om halfacht door Duitschland
de oorlog was verklaard aan Rusland. Even later kwam
het bericht dat vanaf morgen alle treinen werden ge
bruikt voor troepenvervoer. Tante en gingen dus
dadelijk koffers pakken. B. ging naar het station om te
hooren of het waar was, kwam langs het Malieveld
waar de troepen carré’s formeerden en werden toege
sproken. „Dood beter dan overgeven” „Spionnage is de
dood”. Na de toespraken trokken de soldaten naar het
station. B. vernam dat de treinen op tijd zouden ver
trekken, ging daarna naar tante D, en hoorde weer
allerlei nieuws, N. en A. waren bij den Nederlandschen
Consul geweest, konden nog best weg, zouden van
avond thuis komen, wat tante erg geruststelde. De
slager was opgeroepen, zijn vrouw en knechtje moesten
het werk doen. De groenteboer moest zijn paard voor
het leger afstaan; hij had het pas gekocht voor 600.
nu was het getaxeerd op 350.In Rijswijk was bij
een slager alles opgeroepen.
B. vond de C.’s ook in groote onrust. L. en B. waren
gisteren om kwart over acht bij de Nederl. Bank ge
weest om geld te wisselen, kwamen om halfdrie thuis
zonder geld. Mevrouw had in doodsangst zitten wach
ten, had geen zilvergeld meer in huis. Mevrouw S. was
er geweest in tranen, haar man was opgeroepen; J. was
naar tante A. om afscheid te nemen; Oom wilde naar
de kerk in de Loge1); er was geen kerk, het gebouw
vol soldaten.