EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 31
Thuis gebleven, eeuwig jammer. De troepen hadden
voor het Paleis gedefileerd, de Koningin buiten, zingen
van Wien Neerl. bloed (Koningin zong mee) en van
het Wilhelmus, ’s Middags op het Malieveld auto
keuring, stampvol auto’s. Oefening van soldaten, ook
van die van de lichting 1915, nog niet in uniform, alle
lengtes van jongens door elkaar, lastig marcheeren.
Bulletin dat Duitschland aan Frankrijk en België den
oorlog verklaard heeft. Engeland zal onze neutraliteit
eerbiedigen.
Nicht M. moest naar Lunteren met vacantiekolonie,
was 's morgens gegaan, ’s avonds weer teruggekomen.
De familie H. logeerde in Haren. Neef was in Gro
ningen, vernam dat de treinen den volgenden dag
staakten, ging dadelijk terug om zijn familie te halen.
Hij en de jongens met de fiets, zijn vrouw met de
bagage op een bolderwagen. Zij verlieten de stad onder
klokgelui, de mobilisatie afgekondigd.
In de Oranjesocieteit bijeenkomst van vrouwien, lezing
over wat de vrouwen kunnen doen; stampvol, politie bij
de deur, de helft staat op de straat naar boven te kijken.
G. en T. K. gesproken, ook reisverhalen, de grens bezet
met soldaten en versperd met prikkeldraad.
Bij neef P. juffr. A. K. gesproken, die daar logeerde,
om 7 uur uit Zwitserland daar was thuisgekomen.
Vrijdag had zij in Zwitserland gehoord dat de toestand
ernstig was, dat Duitschland mobiliseerde. Zaterdag op
reis; groote moeite bij de Zwitsersch-Duitsche grens, die
afgesloten was door takkenbossen. Een Duitsch offi
cier had haar doorgelaten als ze hard liep; bagage was
in een kinderwagen. Hier de grens ook bewaakt, koffers
achtergelaten; haast niets gegeten, hier aan 't station
pas. Verhaal van een familie uit Leiden die 2 X 24 uur
doorgereisd had, zonder eten, kwamen hier geradbraakt.