I
EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 33
gekeurd te
voor
geheelen dag paarden hadden gestaan om
worden. Zij hadden emmers water aangedragen
den dorst, een emmer per paard.
R. kan geen meel en gort meer krijgen.
Bessen gekocht. Kruidenier komt zeggen dat wij geen
suiker meer kunnen krijgen. De maximumprijs door de
regeering vastgesteld is nu 50 cents. Wat moeten wij
nu met de bessen beginnen? Pa heeft ook suiker noodig
voor suikerstroop. Wij moeten overal maar zuinig mee
wezen, boter is er ook niet veel.
Pa naar tante R. geweest. Vrijdag en Zaterdag had
den zij reeds angst gehad, maar de hotelier had gezegd
maar rustig af te wachten. Zaterdagavond hadden zij
besloten Zondagmorgen te vertrekken zonder andere
gasten iets te zeggen. Zondag dus vroeg weg met den
trein. De boot ging niet verder dan tot Keulen, daar
moesten de reizigers dus in den trein, die dan ook
bestormd werd, coupés en gangetjes alles vol. Bij de
grens visitatie, Oom kon zich legitimeeren. Bij de Ned.
grens en in Arnhem weer visitatie; handbagage en alles
nauwkeurig nagesnuffeld. Er waren afzonderlijke
gangen voor mannen en vrouwen, waardoor niet ge
makkelijk elkander weer te vinden. Eten was nergens
te krijgen, tante had van een dame een broodje ge
kregen. Een dame met kind kon niet meer mee, ver
trouwde een andere dame haar kind toe; deze kwam
met het kind in den Haag maar wist niet waar het thuis
hoorde. Tot Utrecht ging de reis in 3de klasse coupé;
in Utrecht station vol soldaten; zij lagen op het perron,
men struikelde over de beenen. Verder kwamen zij in
le kl. coupé, reisden met dame die ook al in 3e kl. en
ook al in een goederenwagen gezeten had. Ze klaagde
erg, Tante vond dat zij blij mocht wezen meegekomen
te zijn. Om 12 uur 's avonds kwam de trein aan en
3