34 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN
t
vreem-
Tante
gingen zij naar Riche om den honger te stillen. Zondag
avond was in Duitschland afkondiging dat alle
delingen het land moesten verlaten. Oom en
waren dus juist op tijd weg, want toen kwam er nog
grooter drukte.
’s Middags nieuwe bulletins uit Maastricht. Ambu
lance in Eijsden vol, gezadelde paarden holden door
de stad, tal van Duitsche vluchtelingen kwamen over
de grens, werden gevoed en weer over de grens gezet,
aanhoudend kanongebulder, van den toren af zag men
het vuren.
Met B. en de K.’s de stad in geweest, overal stil, op
Lange Voorhout en Malieveld oefening van soldaten.
Na het eten B. halfweg naar de M.’s gebracht, verder
Scheveningen omgefietst. Aan het Kanaal de Veld
artillerie tegengekomen, bij de scholen was het weer
gezellig, op boulevard en in het dorp erg druk. Halve
verlichting op straat en in huis.
Pa verscheidene verhalen in de apotheek gehad. Een
heer, die in Duitschland logeerde, had drie dagen werk
om hier te komen. Op een Rijnboot kwam hij bij de
Duitsch-Nederl. grens; de boot, die zwaar geladen was
o.a. met aniline werd leeggehaald, de menschen gevisi
teerd, alles bewaakt door soldaten met geladen geweren.
De reizigers konden op de leege boot verder trekken. Het
was erg griezelig geweest, sommige dames vielen flauw.
Een andere heer had een wijnzaak in Rotterdam,
reisde dagelijks heen en weer, wat anders in den laatsten
tijd niet bepaald de moeite waard was; de laatste week
had hij 15.verdiend. Van morgen had hij eerst een
uur in de queue bij het station gestaan, hoewel hij erg
vroeg was; daarna werd de trein volgeladen, eerst
coupés en gangetjes, daarna de goederenwagen. Een
uur had de trein erover gedaan, halfdood kwam hij uit