EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 51 t het de echte Groninger koek Een winkel in de Molenstraat, waar verkocht wordt. behang te zien. Koek halen bij Venekamp1) voor de apotheekschoonmaak; hij had niet genoeg, kreeg waar schijnlijk niet weer, dus dit jaar geen koek. Ma verder de stad in, druk, bulletin dat alle verloven zijn inge trokken, goederenwagens opgeeischt door de mili tairen, conflict. Overal in de stad sprak men er over. Ma geheel van streek naar huis, had geen zin om verder te gaan. Met wie zou het nu weer dreigen? Gek dat je nu nog niet weet wie morgen je vijanden kunnen zijn. In de krant stond niets wat op oorlog wijst; het grootste stuk gaat over de leening. Bij de laatste be richten staat alleen dat gisterenavond door den scheeps raad de zaak van de Palembang zou onderzocht worden, of dat een conflict gegeven heeft? We zullen in het begin van de Paaschvacantie naar Amsterdam, zullen eerst ingeënt worden, in Amsterdam is pokken, in Scheveningen trouwens ook, zoodat veel menschen zich laten inenten en er haast geen stof genoeg is. T. gaat ook naar Amsterdam, laat het ook eerst doen. Ik ben vandaag nog niet uitgeweest, was gisteren erg beroerd, niet naar den verjaardag van tante W. ge weest. In alle brieven weer over oorlog. Tante K. schrijft: „wat vreeselijke geschiedenissen zijn dat toch met die groote schepen en met dien strijd om Verdun; kwam er toch maar eens een einde aan al die ellende”. Mej. F. K. schrijft: „En wat is het verder nog een wanhopige toestand; ’t wordt alles steeds erger, nu is het voor onze regeering ook weer een ding met al die getorpedeerde schepen. De heele wereld lijdt er onder, wij moeten echter nog maar dankbaar zijn als we nog buiten den oorlog blijven. Het anti-militarisme en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 64