EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 57 ’s avonds kwam er een brief dat G. Zondag in Gorkum zou komen. Hij moest alleen vroeg weer binnen zijn. In het Belgische interneeringskamp moet de angst ook groot geweest zijn. Van comité-generaal niets bekend. Vandaag zijn wij ingeënt. Dr. de G. vertelde van een zenuwachtige dame, die veel broom gebruikte en niet veel geld had. Zij betaalde nu 6.voor een hoeveel heid die zij anders voor 60 cents kreeg. Woensdag 7 April. Op anatomie ook allerlei geruchten gehoord. De een vond het ernstig, de ander niet. De heele wereld een wilde beestenspel, de Keizer is Hagenbeek. Het ge rucht, dat de paniek had verwekt, was van een beurs man, die er zijn zaken mee gedaan had. De petroleum was bijv, dadelijk 50% gedaald. Er zijn papieren die 80% uitkeeren. Men raadt aan Duitsche en Oosten- rijksche coupons in te wisselen, Amerikanen niet. De beurs heeft niet veel idéé op het rijzen van Marken en Kronen ofschoon de Rijkskanselier heeft beweerd dat Duitschland er goed voor staat. Ook een gerucht dat men een Nederlandsche stad had willen bebommen. De Koningin was den nacht van het gerucht maar één uur naar bed geweest, den geheelen nacht vergaderd. Dit bericht komt van een koninklijken koetsier, wiens vrouw een sigarenwinkel heeft. Ook een gerucht dat het niets was als een valsch alarm om de soldaten eens te laten merken, dat er toch wel wat zou kunnen komen. Er was al eens gezegd dat, wanneer het spande, de sol daten het moesten weten anders pruttelen zij dat ze voor niets het werk laten loopen. Ze zouden nu wel goed vechten, je wordt nijdig van dat jeuken van de pokken en de soldaten zijn ook ingeënt. Er zijn twee Belgische soldaten op de schilderklasse, spreken Fransch. Nicht K. kreeg een briefkaart van een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 70