I
f
EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 64
Indisch Restaurant „Waroong Djawa”, Kortenaerkade 10.
2) Zie noot op bl. 63.
Kortenaerkade stonden acht agenten, er lagen veel losse
steenen. Voor het Indische restaurant stonden vier
agenten, er is n.l. voorraad rijst voor de rijsttafel.
Op den Hoogewal een groote menigte die stond te
kijken. In de buurt was men bezig de uitstalkasten leeg
te halen en de gordijnen te laten zakken.
Bij Kruuk 2) waren de gordijnen ook al neer. Een
juffrouw in de winkel zei, dat de Boekhorststraat het
meest gehavend was en dat vanavond het Bezuidenhout
er aan moest gelooven.
In de Piet Heinstraat waren verscheidene ramen
ingegooid; Noordeinde gewoon, alleen bakkerswinkels
leeg en gordijnen omlaag; bij ’t Paleis veel agenten en
vier soldaten met de bajonet op; bij Bakker de boel
dicht getimmerd, de Bonneterie had drie, Dijkhof twee
ramen stuk.
Vleerstraat en Geest zagen er vreeselijk uit, ieder
spijkerde zijn huis dicht met oude planken. De Friesche
winkel in de Snoekstraat was ook dichtgetimmerd;
eierkoeken niet meer te krijgen.
Pa had den heelen ochtend in de queue voor koffie-
en theekaarten gestaan en daardoor geen tijd gehad
iets te zien.
Om half drie gingen we toen samen de stad in. Vóór
de Prinsestraat hield een heer ons al staande en waar
schuwde niet veel verder te gaan, in de Prinsestraat
was een winkel geplunderd en er was net geschoten.
Bij de brug stond het vol menschen en daar gingen wij
ook staan kijken. Een juffrouw vertelde dat bij een
schoenenwinkel de ruit ingegooid was en de schoenen
over de straat gegooid en toen meegenomen. Er was