EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 65
het
5
juffrouw wilde zelf de kamer hebben, ze
toch niets aan. Maar waar moet hij nu
Een apotheker aan de Groote Markt.
2) Kantoorboekhandel aan het Noordeinde No. 186.
3) Zie noot op bl. 61.
al politie, er kwam dadelijk nog meer en daarna cavale
rie, die de menschen wegjoeg en noodzaakte door te
loopen.
Stilstaan mocht niet. Wij liepen dus de Prinsestraat
door, waar men overal bezig was planken vóór de
ramen te timmeren. Aan het stadhuis was een procla
matie van den Burgemeester aangeplakt, samenscholin
gen verboden. We gingen Veene- en Vlamingstraat
door, overal getimmer. Brood-, lekkers- en schoenen
winkels hadden het vooral zwaar te verduren gehad.
Markt was er niet ofschoon het Vrijdag was. Op de
Groote Markt ruiten bij de café’s ingegooid, ook bij
v. d. Bijllaardt.1) In de Boekhorststraat was het vol, daar
waren van alle huizen de ramen ingegooid, overal
wagens met planken en getimmer. Ook schijnen som
mige Engelsche soldaten het hebben moeten ontgelden.
De zilverwinkels zijn gesloten met de hor-afsluiting.
Het is overal in de winkels natuurlijk donker. Bij
Damen 2had Pa een boodschap en die hield een heel
betoog, dat de wetten in Nederland slecht uitgevoerd
werden. Hij wist wel dat het gemakkelijk was te criti-
seeren, maar er was te veel uitgevoerd. De distributie
was wel goed, maar ieder knoeide er mee. De kleine
man was altijd in ’t nadeel. Ook de winkels naast de
Koninklijke stallen werden dicht getimmerd na
relletje van vanmorgen.
Dil 3) laat zijn winkel ook dicht timmeren. B. was er
net om naar Ma te vragen. Hij moest verhuizen, de
verdiende er
heen, alles is