66 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN hij 5 om het volk erg duur, het leven is veel duurder geworden en heeft Russen. Er waren vanochtend bulletins dat Amerika twee schepen met graan had afgezonden en dat een derde zou volgen. „Zie je, nou doen ze het toch”, zei een jongen, die gisteren zeker mee huis had gehouden. Anderen beweren dat het wijsmakerij is te kalmeeren. Ik ben nieuwsgierig of M. vanavond naar de Volks universiteit gaat, wij mogen de stad niet in. De Burgemeester verzoekt ook de nieuwsgierigen om stil thuis te blijven. Ik zal maar eens naar oom G. gaan, die kant uit is het rustig. Ik heb twee brieven van Alfons 1gekregen en dadelijk 's avonds twee brieven naar zijn Ooms ge stuurd, nu zal ik hem schrijven. Zaterdag 13 April. Beide brieven kwamen terug, plaats van bestem ming niet bereikbaar. Het zal zoo dicht aan de grens liggen, dat het tusschen de versperring in ligt. Nu zal ik aan zijn ouders schrijven. Gisterenavond stond in de courant dat de Burge meester verzocht dat de menschen zich niet zonder noodzaak op de straat zouden begeven. Oom G. kwam al gauw aangeloopen om de visite voor vanavond bij de familie F. af te telefoneeren. Hij ging met de tram terug. Gisterenavond ben ik bij oom G. geweest; ik kreeg permissie zoolang het licht was. Dina, de meid had gisteravond in eens in ’t gedrang gezeten; er kwam een bende uit een zijstraat hollen, sommigen Een z.g.n. filleul de guerre. Talrijke Nederlandsche dames hadden zich het lot aangetrokken van een of anderen Belgischen soldaat, die niet met zijn familie in contact kon komen en voor wien het een weldaad was van tijd tot tijd brieven te ontvangen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 80