EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 67 vielen, maar alles holde door, de sabels achter hen. Zij kwam bevende thuis. Toen 't donker werd ging ik naar huis, 't was overal stil, men beweerde dat nu de villa’s aan den Scheveningschen weg en zoo aan de beurt kwamen. B. had geen kantoor; de verschillende Mama’s had den bezwaar dat de meisjes over de straat gingen. M. kwam n.b. voor F. L. uit Rijswijk. Alle waren ver baasd haar te zien. Ze had geen krant gelezen, thuis vonden ze het toch ook gek, dat zij ging. Zij raadden haar allen aan, maar gauw terug te gaan. T. S. ook en toen Pa het ook zei, vertrok ze weer. Ze kwam goed over. T. was van uit de Remonstrantsche kerk buiten omgeloopen tot den Loosduinschen weg, toen met lijn 7. Ds. Sparnaay was thuisgekomen met 10 en 7. Vanochtend stond in de krant, dat het weer beest achtig was toegegaan. Uit de huizen was geschoten, de straten waren opgebroken, draadversperringen aan gelegd. Er zijn twee onschuldige dooden gevallen, een agent erg gewond. Goed dat M. vroeg was weggegaan. De plundering was niet zoo erg geweest, maar dat kon ook haast niet, daar alles gebarricadeerd was. Een meisje van 't kantoor hoorde gisteren een vent zeggen, dat hij al een jas en vest had, de broek moest hij van avond nog halen. Onze loopjongen had een koek van ongeveer 2. Mijnheer Jan was gisteren ook mee ge weest, had er toen op ingehouwen, tot het verboden werd; er had bloed aan zijn sabel gezeten. Hij had een snee aan de kaak van een steen. De menschen stonden op de daken met dakpannen te gooien. Hij was er den heelen nacht bij geweest, had nu vanavond van 78 verlof om naar Rika te gaan en te zeggen, dat zijn verlof ingetrokken was, (hij zou voor een week naar Hooge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 81