68 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN huis zorgen, 1 I ze dood veen). Rika moest maar voor bericht naar hij had geen tijd. Op straat was hij al aangehouden door een officier, of hij niet in de kazerne moest zijn, hij liet het briefje zien, dat hij een uur vrij had, onder- teekend door den kapitein. De nieuwe loopjongen vond, dat de militairen moesten weigeren, maar Rika voelde daar niets voor, vooreerst omdat de militairen dan straf krijgen en dan mocht dat rapalje ook wel wat hebben. Het kon Mijnheer Jan niets schelen of hij sloeg, 't was toch een zoodje. Toen R. B. vanmorgen kwam, zei ze dat men weer bezig was draadversperringen te maken. Dat gebeurt voor de cavalerie. Vanmiddag gingen wij even de stad in; huis aan huis dicht getimmerd, je herkent de win kels niet. De meesten laten op de planken den naam van de firma zetten, sommigen ook wat ze verkoopen. Men schijnt te verwachten dat het aanhoudt. Ik ben nieuws gierig of er ook iemand ’s avonds op Ma’s verjaardag komt. Annie zou vanavond naar het Mengelberg-concert in het Gebouw, maar zij durft niet te gaan. Pa en Ma zijn gegaan om Jo te halen, misschien zien ze nog wat, gaan met lijn 3. De markt is weer afgelast. Op de Riviervischmarkt staan den heelen dag maréchausee’s met hun paarden. Patrouilles soldaten, de bajonet op en met een agent, trekken den heelen dag door de straten. Of 't in andere steden ook zoo is? De Nieuw-Amster- dam is binnengekomen met het scheepsvolk, dat in Amerika weigerde tegen hoog loon dienst te doen 1). De broer van R. B. is n.b. tegen hoog loon overgegaan, 1) De Nederlandsche schepen, die in Amerikaansche havens lagen, waren volgens het z.g.n. recht van angarie door de gealli eerden in beslag genomen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 82