80 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN
artistieke kunsthandel, gevestigd
-1) De Zonnebloem
Bazarstraat No. 44a.
was een
kerk gingen. Ze maakten zich nog niet blij, de vrede
is nog niet geteekend, zeiden ze en dat kan nog wel
een jaar duren en dan zijn we al zoo aan het vredes-
idée gewend, dat ’t feest niet zoo groot meer is.
Maar 't is nu toch zeker dat het den goeden kant op
gaat, dat Duitschland toegeeft. Hoe zal ’t daar nu zijn;
E. B. en Fraulein D. zullen 't wel betreuren dat het
geen Duitsche vrede is.
Het uitblijven van het antwoord scheen gisteren te
liggen aan ruzie tusschen de Duitsche regeering en ’t
hoofdkwartier. Gelukkig heeft de regeering het ge
wonnen. De Keizer zwijgt den laatsten tijd als een
mof. Gisteren werd de clandestiene waar al goedkooper,
olie van 15 op 5. We krijgen meer rijst, ze willen
die nu kwijt natuurlijk. Thee schijnt ook al goedkooper
te zijn. Hadden we gisteren eerder van den vrede ge
weten, dan hadden we poffertjes gegeten, nu waren
de winkels dicht. Melk is om 2 uur nooit meer te
krijgen, alleen voor zieken. G. en R. zijn er ieder al
een dag heen geweest, maar kregen niets.
„De Sierkan” verkocht gisteren busjes melk, 5000
busjes, ieder mocht maar twee hebben, maar sommigen
gingen er meer keeren heen. Wij kregen er twee; het
toetje wordt tegenwoordig altijd in busjes melk ge
kookt. „De Zonnebloem”1) tijdens den oorlog opge
richt, maakt goede zaken, de menschen schijnen altijd
toch nog wel kunstwerken te koopen. Onze krant is
ook niet erg opgewonden over den vrede; ik vond het
moment dat het bekend werd niet zoo geweldig als 't
moment dat de oorlog bekend werd, dit maakte haast
nog meer indruk, want toen wist je nog niet wat het