OFFICIEREN IN WERKELIJKEN DIENST IN 1843
85
Met ingang van den Isten Juli 1862 werd hij op
pensioen gesteld met dankbetuiging voor zijne vele
aan den lande bewezen diensten en benoemd tot Advi
seur bij het Departement van Marine buiten bezwaar
van 's Rijks schatkist. Nog vóór het ingaan van zijn
pensioen echter overleed hij op den 24sten Juni en
eindigde zijn voor de marine zoo wel besteed leven.
De wijze waarop hem zijn pensioen is verleend, legt
getuigenis af hoe zijn werk is op prijs gesteld. En dat
werk is dan ook nuttig geweest. De schrijver in 1843
van „Iets over de Nederlandsche Marine” heeft nog
bij zijn leven de veranderingen in het beheer der
marine, waarop hij in zijne brochure had aangedron
gen, zien tot stand komen. Met de vereenvoudiging der
administratie was reeds in 1845 een begin gemaakt en
in 1855 voltooid. Het aantal werven was in 1850 ver
minderd door de opheffing van het etablissement
(werf met magazijn van levensmiddelen) Rotterdam
(werf-Delftshaven, waar het magazijn van levensmid
delen was, terwijl dadelijk na zijne benoeming Minister
Enslie door vele pensionneeringen het aantal vlag
en hoofdofficieren had beperkt.
De anonieme schrijver F. C. O. heeft dus de buiten
gewone voldoening gehad, dat de denkbeelden in zijne
brochure ontwikkeld in uitvoering zijn gekomen;
eene voldoening, welke slechts zeer weinigen van de
zeer talrijke schrijvers van brochures over marinezaken
hebben gesmaakt.