IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 89
Roodenburg, de oudste oud-leerling der architectuurklasse.
P. Westbroek met de zilveren Academie-medaille be
kroond werd.
In ’t bijzonder sprak ten slotte dr. Beijnen nog
Koelman toe, den bij leeraren en leerlingen geliefden
directeur, die zijn veelzijdige kennis en didactische gave
geoefend had aan de hooge kunstschool van de
Eeuwige stad, het onsterfelijke Rome. Aan den onver-
moeiden en bekwamen penvoerder Johan Gram bracht de
voorzitter hulde voor diens toewijding aan de Aca
demie, nu reeds bijna 20 jaren, de hoop uitsprekende dat
er nog vele jaren aan zouden mogen toegevoegd
worden.
Terwijl de feestwijn werd aangeboden, genoten de
gasten het verdere gedeelte van den avond van de
kunstbeschouwing langs de wanden.
In navolging van zijn voorgangers der Teeken-
academie Pictura, die bij lustra eereraden benoemden,
bood de Raad van bestuur tot wijding van het tweede
eeuwfeest het eerelidmaatschap aan de kunstschilders
David Bles, Joh. Bosboom, H. W. Mesdag, Herman ten
Kate en Joz. Israëls, aan den aftredenden burgemeester,
oud-voorzitter der Academie Gevers Deynoot, aan W.
F. G. Nicolaï, en aan de oud-leerlingen, de architecten
A. W. van Dam (te Rotterdam) en A. Roodenburg1).
In de volgende maand Juni had het feest nog een
naklank door het houden van een tentoonstelling van
schilderijen uit particuliere verzamelingen, ten voordeele
van het fonds der Academie. Er zijn in den loop der
jaren zeer vele tentoonstellingen, o.a. de Driejaarlijk-
sche, in de groote zaal der Academie gehouden, maar
een zoo precieuse en intieme kleine verzameling van
hoofdzakelijk kunst uit de beroemde Fransche School.