90 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE Het was niet alleen traditie, dat van oudsher, eerst in de lokalen van Pictura aan de Prinsegracht, later sedert 1839 in de zooveel ruimere zalen van het nieuwe gebouw aan de Prinsessegracht, periodiek de tentoon stellingen van schoone kunsten werden gehouden, maar het was ook dure noodzaak, daar elders in de residentie de gelegenheid tot het doelmatig exposeeren van kunst werken te eenenmale ontbrak. Voor de Academie was dit in zoover een voordeel, dat het onderwijs er veel baat bij vond en de beoefenaars en vrienden der kunst er hun vereenigingspunt vonden. In die dagen was in de Mei-maand de Driejaarlijksche Tentoonstelling van schoone kunsten in Den Haag een gebeurtenis, die onmiddellijk aansloot aan de Haagsche kermis. Binnen- en buitenlandsche artisten zonden er gaarne van hun werk in, omdat het percentage van verkoop er vrij aan zienlijk was. Voor de Haagsche families was deze Drie jaarlijksche een der weinige gelegenheden om goede kunst te zien, behalve dan de steeds wisselende kunst verzameling van het Huis Goupil (later Boussod, Vala- herinner ik mij niet ooit meer gezien te hebben. Er was een groote toeloop naar deze uitgelezen collectie kunst, die samengesteld was uit de verzamelingen van een drietal bekende bewonderaars der Fransche School, notaris Post, Mesdag en Verstolk Völcker. Aan het voornemen om deze tentoonstelling met eenige plechtigheid te openen kon geen gevolg worden gegeven, daar in diezelfde maand (15 Juni) de burge meester van ’s-Gravenhage, oud-voorzitter der Aca demie, Jhr. mr. F. G. A. Gevers Deynoot overleed. Het batig saldo ad 525was voor de Academie een welkome bijdrage tot dekking van het nadeelig slot van de feestrekening.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 106