96 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE
Tot leden
van de commissie van beheer werden be
noemd de heeren mr. W. A. baron van Verschuer,
G. H. Bauer, mr. H. M. A. baron van der Goes van
Dirxland, A. P. Godon, G. P. Grandia, P. A. Haaxman,
F. H. van Malsen, J. J. van Nieukerken en Jhr. mr. V.
de Stuers. Tot voorzitter werd gekozen de heer De
Stuers, tot secretaris de heer Haaxman.
De eerste schenking aan het Museum was een ver
zameling afgietsels van de in de Domkerk te Utrecht
aanwezige overblijfselen der Nederlandsche kunst uit
de 17e eeuw.
De hartelijke medewerking en sympathie van de op
volgende stedelijke besturen, die als een gulden draad
door de geschiedenis der Academie loopt, was ook ge
bleken bij de stichting van het Museum van kunst
nijverheid. Voor de persoonlijke medewerking van
mr. J. G. Patijn betoonde het bestuur zijn dank door
hem te benoemen tot eerelid.
Tot zoover de geschiedenis van het ontstaan van het
Museum van kunstnijverheid. Men kan wel zeggen dat
met die stichting voor de Academie een nieuw tijdperk
werd ingeluid. Wel bleek ook die periode in haar be
staan op den duur niet bestendig van aard, daar de in
stelling haar program steeds gewisseld heeft naar de
behoefte van den tijd, maar ontegenzeggelijk heeft de
Academie in ’t laatste deel der vorige eeuw door haar
onderwijs er veel toe bijgedragen om met toepassing van
de kunst op het ambacht den kunstzin aan te kweeken
en werkkrachten op dit gebied te vormen. Zij heeft dit
vooral te danken gehad aan de opvolgende leeraren
E. W. F. Kerling, Kuyper, J. D. Ros en F. Zwollo.
Het was in die dagen, toen het sedert veel gebruikte
woord ,,a thing of beauty is a joy for ever”, uit Enge
land bij ons kwam overwaaien, dat aan onze Academie