100 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE
M2 als leeraar
tijdverdrijf beoefenden, bestond de
en
de
de
men zeggen, dat aan de
van het onderwijs lag in de
Ornament en in den cursus
men den uitbouw
zachtaardigheid zelf met elkaar wedijverende in be
langstelling en toewijding aan het onderwijs.
Dat onderwijs droeg in het tijdperk, waarvan thans
een overzicht volgt, een zeer bijzonder karakter. Naast
een kleine minderheid van leerlingen, die zich uitsluitend
aan de schilderkunst wijdden en een vrij talrijke groep
vrouwelijke dilettanten, die de schoone kunsten meer als
ontspanning en
groote meerderheid uit toekomstige ambachtslieden
nijveren, die, om zich theoretisch te bekwamen en
artistieke zijde van hun vak te leeren, de lessen aan
Academie volgden. Bovendien had de Academie jaren
lang en ook nog tot den huldigen dag de renommee van
de beste resultaten op de jaarlijksche examens voor het
diploma M1 en M2 als leeraar en leerares in het
teekenen.
Elk dezer afdeelingen zag men jaarlijks zich meer en
uitbreiden en bij den aanvang van eiken nieuwen cursus
tot grootere ruimte en aanzienlijker uitgaven noodzaken.
Was in 1873 het gezamenlijk aantal leerlingen nog
slechts 272, 20 jaar later, in 1893, was dat cijfer ruim
500, in 1895 660, het volgende jaar 706, terwijl in den
cursus 1900/01 het hoogste aantal, n.l. 853 leerlingen
de lessen volgden.
Omstreeks 1890 kon
Academie het zwaartepunt
afdeelingen Bouwkunst en
Middelbaar Onderwijs. Sedert heeft
van het kunstnijverheidsonderwijs krachtig ter hand ge
nomen en werd de dagcursus in kunstnijverheidsvakken
populair in en buiten Den Haag. Waren het in den
aanvang enkele zoons van Haagsche kunstnijveren, die
onder leiding van Kerling de esthetische zijde van hun
vak leerden beoefenen, na eenige jaren meldden zich