106 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE
gelijk
van het onderwijs in al zijn geledingen, van Malsen ge
durende een lange reeks van jaren het werkzame en
bekwame lid der commissie van fabricage. Hij en Peters
waren de mannen van den practischen blik en vertegen
woordigden in den Raad van bestuur het bouwkundig
element. Drie kunstschilders van naam zorgden dat de
Academie haar oude traditie van bevordering der beel
dende kunsten bleef handhaven. Van Julius v. d. Sande
Bakhuyzen maakte ik reeds gewag. Evenals hij namen
Christoffel Bisschop en Ph. Sadée in de kunstwereld van
het laatst der vorige eeuw een zeer bijzondere plaats in.
Zoo heeft de Academie in haar bestaan van twee en
een halve eeuw altijd verdienstelijke personen aan haar
hoofd gehad, die hun tijd belangeloos gaven aan de
beslommeringen van het beheer. En ook onder het corps
leeraren waren er velen, die ver boven de middelmaat
uitstaken. Ik noem er uit de dagen waarmee ik mij thans
bezig houd, een tweetal die door hun persoonlijkheid aan
den geest onder de bentgenooten van de oude confrérie
Pictura herinnerden: Fridolin Becker en Schmidt Crans,
die almaar onderwijzend gedurende vele uren van den
dag en den avond, geen tijd hadden om hun aangeboren
talent tot ontwikkeling te brengen, doch voor zoover er
dan nog tijd over bleef, in het genootschap „Pulchri
Studio”, vermaard om zijn gezellige soirées van humor
en jolijt, tot de geestigste en blijmoedigste werkende
leden behoorden. Toen Fridolin Becker den 2en Maart
1895 overleed, had hij eerst als leeraar, later als hoofd-
leeraar der hand- en ornamentteekenklasse gedurende
33 jaren voortreffelijk onderwijs gegeven. Hij werd ver
vangen door den niet minder trouwen en ijverigen P. J.
Izeren, van wien de Raad van bestuur van onze dagen,
nu eenige jaren geleden, bij zijn overlijden een
eervol getuigenis kon afleggen.