114 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE
d-leerlingen, de heer Gratama (thans
het Frans Halsmuseum), De Kruijf,
Van der Lubben. De oud-leerlinge mej. J.
Jansen, tegelijk vier leeraren in de elementaire vakken
benoemd, allen ou<'
directeur van
Burger en
Haaxman werd leerares in de Anatomie.
Ook voorzag
optreden van
men de afdeeling Bouwkunde, bij het
directeur Springer, van nieuwe leer
krachten. O.a. trad als leeraar in de hoogste klasse
bouwkunde op de heer J. J. Gort, voormalig assistent
van prof. Evers aan de Techn. Hoogeschool, terwijl een
uitstekende kracht gewonnen werd voor het vak meubel-
teekenen door de benoeming tot leeraar van den heer
J. M. Middelraad.
De afd. Bouwkunde had in die dagen een groot ver
lies geleden door het afscheid dat de heer Mialaret
wegens familieredenen moest nemen. Mialaret is ge
durende 20 jaren een groote stuwkracht geweest van
het bouwkundig onderwijs, niet alleen door zijn kunde
als docent, maar ook door de organisatie die hij aan
dat onderwijs gaf.
Vermelding verdient uit deze periode de toenemende
bloei van den dagcursus in kunstnijverheidsvakken en
het aanzienlijk aantal leerlingen in de afd. M. O. Voor
de leerlingen bouwkunde en kunstnijverheid bleek het
gebruik van de voorwerpen in het Museum van kunst
nijverheid bij voortduring van groot nut. In dat museum
werden van tijd tot tijd aanschouwelijke lessen gegeven,
en hoezeer het opmeten en in teekening brengen van
voorwerpen invloed had op de resultaten van het onder
wijs, bleek ieder jaar op de tentoonstelling van het werk
der leerlingen.
De eerste voorzitter van het museum Victor de Stuers
was in 1905 opgevolgd door mr. W. J. Snouck Hur-
gronje, in wiens plaats in 1908 de niet minder kunst-