IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 119 hoogleeraar in de bouwkunde zoon, den heer H. P. Mutters Jr., terwijl de heer P. A. J. baron de Smeth van Alphen verving den wegens ge vorderden leeftijd uit het bestuur getreden Julius van de Sande Bakhuyzen, die eerst als leerling, later als vol ijverig bestuurslid en daarna als eere-lid zijn geheele leven aan de Academie verknocht was geweest. Het zelfde kan gezegd worden van den heer F. H. van Malsen, die ook van zijn leerlingtijd aan de Teeken- academie af warme belangstelling voor haar had ge toond en hare belangen had behartigd zoowel in het bestuur als in den Gemeenteraad, die hem jaarlijks tot aan zijn dood als gedelegeerde uit zijn midden afvaar- digde. Het was vooral zijn ijveren voor het vakonder wijs, dat bij zijn overlijden dankbaar werd herdacht. Van Malsen kreeg als gedelegeerde van den Gemeente raad in het Academie-bestuur een waardig opvolger in Jhr. mr. W. Th. Gevers Deynoot. De mutatiën in het bestuur hielden daarmee niet op. Had prof. H. Evers, wegens veelvuldige werkzaam heden, zijn mandaat neergelegd, kort daarop, in 1915, leed de Academie en haar bestuur weer een gevoelig verlies door het uittreden van het raadslid, tevens onder voorzitter en voorzitter der commissie voor het onder wijs, den heer C. H. Peters. Zijn temperament leende er zich buitengewoon toe om in de vergaderingen als het stuwende element op te treden, al moest dit ook wel eens door zijn medeleden geremd worden. Zijn laatste arbeid voor de Academie was het belangrijk aandeel door hem genomen in de voorbereiding van de uitbreiding van het vakonderwijs in middelbaar technische richting. De Academie huldigde Peters door hem bij zijn afscheid te benoemen tot eere-lid. Te zijner vervanging werd prof. ir. J. A. G. van der Steur, hoogleeraar in de bouwkunde aan de Techn. Hooge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 137