IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 121 avondvakonderwijs, zou in dag- en avondcursussen voortgezet middelbaar technisch onderwijs in de bouw vakken worden gegeven. Het kunstindustrieel onderwijs werd zoodanig ingericht, dat het behoorde te voldoen aan de eischen van een theoretische en zooveel mogelijk ook practische opleiding voor de verschillende kunst ambachten, terwijl in nauw verband daarmee het Museum van kunstnijverheid door uitbreiding van de verzamelingen beter aan zijn bestemming ten behoeve van het onderwijs en voorlichting van het publiek zou moeten beantwoorden. Gaat het den lezer als den schrijver van dit over zicht, dan moet wel bij hem de gedachte rijzen, dat de geschiedenis der oude Haagsche Teekenacademie eigen lijk is een relaas van gestadige plannen tot hervorming en uitbreiding, noodzakelijk geworden door den buiten gewonen groei der bevolking van onze gemeente en door de steeds toenemende eischen van de wetgeving op het gebied van het onderwijs. In deze nieuwe her vorming teekenden zich die behoeften en die eischen wel zeer scherp af. Aan het middelbaar onderwijs moesten steeds meer leerkrachten worden toegevoerd, wat in de jaren die aan de hervorming vooraf waren gegaan, duidelijk gebleken was door het steeds toe nemend aantal leerlingen voor den cursus M. O. Waren vroeger voor de teekenakten M. O. de dames verreweg in de meerderheid, allengs was die verhouding anders geworden door het sterk toenemen van adspirant- mannelijke leeraren, vooral ook voor het nijverheids onderwijs met zijn tal van onderverdeelingen. Ook en vooral kreeg bij deze hervorming het kunstonderwijs een krachtige stimulans door den hoogeren uitbouw van het onderricht in de bouwkunde en het kunstindustrieele onderwijs in de richting van de praktijk. Had aan dit

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 139