IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 129
autoriteiten bewogen had om deze en andere instel
lingen met de vermogende hand te steunen en tot
breeder werkzaamheid in staat te stellen.
Ongeveer te gelijkertijd met den nieuwen directeur
trad, ter vervanging van dr. Bos, als voorzitter op
ir. J. A. G. van der Steur, hoogleeraar in de bouwkunde
aan de Technische Hoogeschool.
Het was in die dagen, dat onderhandelingen werden
gevoerd met het bestuur der Ambachtsschool over een
zoodanige reorganisatie, dat het lager technisch onder
wijs van de Academie zou kunnen worden verwijderd.
Nadat desbetreffende voorstellen door de subsidieerende
autoriteiten waren goedgekeurd en een regeling van de
subsidie was vastgesteld, kwam het volgende jaar het
lager technisch onderwijs onder beheer van de Am
bachtsschool en ging een aantal leeraren, met dezelfde
rechten van salaris en pensioen, van de Academie naar
de Ambachtsschool over.
Een andere maatregel was het huren van een huis
met groote bergplaats aan de Beeklaan, waar de leer
lingen van den voorbereidenden cursus M. T. O., voor
zoover zij slechts theoretische vooropleiding hadden
gehad, practisch te werk werden gesteld. Als leeraar
voor dezen cursus benoemde de Raad den heer J. H.
B. Büthfer. Toen er later plaats kwam in den tuin der
Academie, werd daar de zoogen. timmerwinkel over
geplaatst.
Slaan wij de annalen op van het Museum van kunst
nijverheid uit die jaren, dan zien wij ook hier de be
wijzen van groote belangstelling van het lid der
Commissie van beheer, wijlen dr. Bos. Hij had in den
korten tijd dat hij in de besturen van Academie en
Museum zitting had, ook voor het Museum zeer ge-
9