IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 135 Na deze bijzonderheden over de beide museums der Academie, zij thans iets vermeld over de reorganisatie van de Bibliotheek, die ongeveer in denzelfden tijd plaats had onder de leiding van haar directeur, den heer Lunsingh Scheurleer. De toestand der boekerij had den directeur en zijn medewerkers, waarop de heer Doorn, namens leeraren en leeraressen een plaquette aanbood, vervaardigd door den beeldhouwer Ingen Housz. Reeds hadden daags te voren de aan de Academie en aan het Museum verbonden beambten den heer Scheurleer een album in prachtband aangeboden. Er was groote belangstelling, o.a. ook blijkende uit het ten geschenke geven aan het Museum door een aantal personen van ten behoeve der stichting door hen geleende geldsommen. Zoo was dan de oude Pleistergalerij, die toen nog stukken bevatte uit den tijd van het oude Pictura van meer dan twee eeuwen geleden, een welgeordend Museum geworden. In de vorige eeuw had de ver dienstelijke beeldhouwer Eugène Lacomblé, hoofdonder wijzer in het boetseeren aan de Academie, voor ’t eerst na vele jaren van (men mag wel zeggen) verwaar- loozing, wat meer zorg aan de verzameling gewijd door ze, in de jaren ’60, te catalogiseeren, en had de toen malige Raad van bestuur op Lacomblé's voorstel besloten de her en der verspreide verzameling te rangschikken tot een werkelijke galerij in de open plaatsen ter linker zijde van het gebouw. Het zou echter nog een halve eeuw duren alvorens door het initiatief van den heer Lunsingh Scheurleer die pleistergalerij werd uitge bouwd door systematischen aankoop en schenking van voorwerpen tot het tegenwoordig Museum van gips afgietsels.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 155