140 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE
te laten uitvoeren. Op dat verzoek ontving het bestuur,
zoowel van het gemeentebestuur als van de departe
menten, een gunstige beschikking.
Naar buiten werkte de Academie door het houden
van een zeer geslaagde tentoonstelling van het werk
der leerlingen van de afd. Kunstnijverheid in de zalen
van Pulchri-Studio, daar in het eigen gebouw ruimte
voor tentoonstellingen te eenenmale ontbrak. Ook werd
weder een begin gemaakt met het houden van lezingen,
die door de tijdsomstandigheden eenige jaren niet waren
voortgezet.
Het volgende jaar 1921 kenmerkt zich ook weer
door eenige belangrijke mutatiën. Tot leedwezen van
het bestuur nam de heer de Smeth van Alphen
ontslag uit zijn midden wegens verandering van woon
plaats. Meer in het bijzonder door de leiding welke hij
als voorzitter der commissie van beheer aan de zaken
van het Museum van kunstnijverheid gaf, had hij zich
jegens de Academie bijzonder verdienstelijk gemaakt.
Het volgende jaar voorzag de ledenvergadering in de
vacature door de benoeming van den heer A. O. van
Kerkwijk, directeur van het Koninklijk Kabinet van
munten en penningen, sedert 1915 lid der commissie
van beheer over het Kunstnijverheidsmuseum. In de
vacature van penningmeester werd voorzien door de
benoeming van den heer J. D. Haijer, die het gedurende
korten tijd door den heer Bakels waargenomen penning
meesterschap van hem overnam.
Nog een ander' verlies trof de Academie door den
dood van den heer H. P. Mutters Jr. Aan de familie
Mutters heeft de Academie in de laatste halve eeuw
veel te danken gehad. Vader en zoon Hermanus Pieter
hadden vele jaren tot aan hun overlijden in het college
zitting en toen de vader was heen gegaan, zette de