144 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE
producten
l
de Haagsche Vereeniging van Kunstnijverheid, wier
hoofddoel zou zijn het bijeenbrengen van producten van
oude en nieuwe kunstnijverheid.
De directeur, dr. van Gelder, drukte in die dagen als
organisator zijn stempel op de verschillende collecties
door ze niet meer te rangschikken naar techniek en ge
bruik, doch ze bijeen te brengen volgens cultuurtijd-
perken, die dezelfde stijlkenmerken vertoonen. Zoo
zullen zich de bezoekers in die dagen herinneren de in
zaal IX opgestelde verzameling Grieksch aardewerk en
de collectie Romeinsche sculptuurfragmenten, aangevuld
met door den heer Lunsingh Scheurleer in bruikleen
afgestane Grieksche fragmenten en gedeelten van
Romeinsche fresco’s, welke later naar het nieuwe
Museum in de Carnegielaan zijn overgebracht.
De eerste waarschuwing dat al deze kunstschatten
in de beide musea gehuisvest waren in een gebouwen
complex, dat door zijn hokkerige indeeling allerminst
gevrijwaard was tegen brandgevaar, kreeg men op een
Zondagmorgen (13 Maart 1921), toen in de aangren
zende woning van den concierge een brand ontstond,
welke zeer gevaarlijk dreigde te worden, daar hij over
sloeg naar het trappenhuis dat aan het Museum grenst.
Door het snel ingrijpen van de brandweer en den door
een eikenhouten deur geboden weerstand, die Museum
en trappenhuis scheidde, bleef het Museum gespaard en
beperkte de ramp zich tot eenige waterschade aan zolde
ring en vloer van een der zalen, waaruit de meeste voor
werpen verwijderd hadden kunnen worden. Het gevolg
was, dat het Museum gedurende een groot gedeelte van
het jaar gesloten moest blijven voor het repareeren en
opknappen der vertrekken en voor bovengemelde
reorganisatie.
Het was niet de eerste maal, dat de Academie be-