146 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE genomen, te meer noodzakelijk omdat voor dit feest de eerste proef in de Residentie zou genomen worden met een verlichting op groote schaal met het nieuwe elec- trische licht. Er zouden niet minder dan 3000 lichten worden ontstoken, gedeeltelijk bougie, gedeeltelijk elec- trisch licht, die hun glans zouden uitstralen over 25000 kunstrozen, naar het ontwerp van de firma Batenburg, die deze luisterrijke versiering hier voor ’t eerst in den lande zou uitvoeren. Er was iets in van een droom, van een vertelling uit de Duizend-en-één Nacht, die helaas zou eindigen met een apotheose van een pijnlijk ont waken, een hoogst gevaarlijke werkelijkheid. Den 26en Maart 1863 was alles gereed voor het luisterrijke bal van dien avond. Van uit de met over vloed van Oostersche heesters versierde vestibule betrad men de receptiezaal, de wanden met donkerroode stof bekleed, behangen met schilderijen van onze eerste meesters, rijk gemeubeld met pendules en bronzen, licht kronen en candelabres, divans en fauteuils, een milieu van het fijnste comfort en den smaakvolsten rijkdom. In de balzaal was de kroonlijst onder duizenden roode en witte papieren rozen verborgen, waarmee ook de tal rijke spiegels en lichtkronen doorslingerd waren. Zoo was het aspect der Academie-zalen, toen tegen 9 uur de mare vernomen werd: de Koning! Het comité, Z.K.H. de Prins van Oranje voorop, snelde naar de vestibule. H.M. de Koningin ontving uit de hand van haar zoon een prachtige tuil rozen. Z.M. drukte de hand van den Prins, en kort daarna verschenen ook Prins Frederik met Prinses Marie en Prins Hendrik. De Vorstelijke familie werd door de grenadierskapel, onder directie van Völmar, met een fanfare en het volkslied begroet. Het bal had een zeer geanimeerd verloop, waarna het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 166