154 ACAD. VAN BEELD. KUNSTEN TE 'S-GRAVENHAGE tentoonstel- von Bissing’s cours uit het Vigelius-fonds bekroond werden of in aan merking kwamen voor de Koninklijke subsidie tot voort zetting hunner studie. Intusschen had het hooger en lager personeel wederom eenige wijzigingen ondergaan. De Raad van bestuur werd in 1925 versterkt door de benoeming van den architect H. v. d. Kloot Meijburg. Aan twee ver dienstelijke leeraren, de hh. Laagland en J. A. Mondt werd in 1924 eervol ontslag verleend met pensioen. Beide heeren hadden aan de Academie gedurende een groot aantal jaren hun beste krachten gegeven. Van het administratief personeel, waarvan onder leiding van den penningmeester den heer J. D. Hayer, voortdurend meer arbeid werd gevorderd, valt te ver melden, dat den heer Spoel wegens verandering van betrekking eervol ontslag werd verleend en in diens plaats tot administrateur werd benoemd de heer Zoute- welle, terwijl de schrijversplaats, opengevallen door den dood van den heer J. H. Uhl, vervuld werd door de benoeming van den heer H. A. J. van der Horst. De hoogleeraar van den bijzonderen leerstoel der Academie, prof, von Bissing, hield, behalve te Utrecht, in 1923 colleges en voordrachten in verschillende steden van ons land, over Eyptische architectuur en kunst nijverheid, toegelicht door voorwerpen uit zijn verzame ling. Herhaaldelijk trad hij ook op in de gemeentelijke schoolbioscoop te ’s-Gravenhage om toelichting te geven van de film over Oud- en Nieuw Egypte. In het Museum van kunstnijverheid werd in Juni 1923 een ling gehouden van een deel van prof, collectie. Met niet minder succes werkte de Academie naar buiten door de in Juli 1925 gehouden tentoonstelling van de bouwkundige prijsteekeningen, welke de Academie

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 174