IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 155
nog in haar archief bewaart van de leerlingen der
Architectuurklasse tusschen de jaren 18241886, en
het werk van den tegenwoordigen Architectuurcursus,
waardoor een vergelijkend overzicht geboden werd van
de bouwkunde een eeuw geleden met de moderne archi
tectuur. Op het karakter van deze expositie en de ont
wikkeling der kunst in de 19de eeuw vestigde de voor
zitter, dr. Lunsingh Scheurleer, de aandacht in zijn
openingsrede. De nieuwe cursus werd in 't leven ge
roepen in een tijd, waarin zich een nieuwe stijl begon
te ontwikkelen, die een aanvang nam in de architectuur.
De spreker hoopte dat de leerlingen onzer Academie,
wanneer zij eenmaal leerlingen-af zijn, een leidende rol
in de kunst mogen vervullen en zich dan herinneren
zullen het oude gebouw, waar, hoe oud en rommelig het
ook was, toch een geest leefde, jong en krachtig genoeg
om zich ook in dezen tijd te doen gelden.
Aan de tentoonstelling, die in de vakbladen zeer
gunstig beoordeeld werd, waren eenige voortreffelijke
werkstukken toegevoegd van de beeldhouwafdeeling,
waar juist dat jaar voor de leerlingen der hoogste
schilderklassen een nieuwe boetseercursus was ingesteld
onder leiding van den leeraar Ingen Housz.
Uit het rapport van de rijksgecommitteerden bij de
eindexamens van den Middelb. Techn. dagcursus bleek
herhaaldelijk hun tevredenheid over het door de candi-
daten afgelegde examen. Van de 14 leerlingen van het
hoogste studiejaar kon in 1926 aan 13 het getuigschrift
worden uitgereikt, in 1927 aan 16 van de 18 candidaten.
De geslaagde jongelieden vonden in de praktijk spoedig
een plaats. Ook van den avondcursus M. T. O. Bouw
kunde waren de resultaten zeer gunstig. In 1927 slaag
den alle 12 candidaten voor het eindexamen.
Tot de personalia van de jaren 1926 en '27 behoort