IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 161 gedurende 39 jaren zijn zeer gewaardeerde diensten aan het onderwijs te hebben bewezen. Ten zeerste betreurde de Raad van bestuur, dat aan mej. C. Neeb, leerares in de costuumkunde, die hare afdeeling met groote energie tot ontwikkeling had gebracht, wegens ziekte eervol ontslag moest worden verleend. Het vol gende jaar werd aan de Academie wederom een toe gewijde leerkracht ontnomen door het overlijden van mej. A. J. A. Bridge, die jaren lang de Woensdag- en Zaterdagmiddag-cursussen had geleid en bovendien in de afd. opleiding Akten M. O. onderwijs had gegeven. In de plaats van mej. Neeb benoemde de Raad tot leerares in de costuumkunde mevrouw E. F. van der Does, die gedurende de ziekte van haar voorgangster den cursus tot groote tevredenheid had geleid. Wat de leerlingen betreft, valt als bijzonderheid te vermelden, dat de voor het eerst door het bekende littéraire echtpaar SchartenAltink uitgeloofde Floren- tijnsche studiebeurs ad 500.voor een talentvol jong kunstenaar, in 1929 werd toegekend aan den heer W. F. Verdonk, leerling van de schilderklasse onzer Academie. Dezelfde leerling werd in den in Juli van dat jaar gehouden wedstrijd uit het legaat-Vrouwe Vigelius bekroond. In de studieprijsvragen, uitgeschreven door de Ver. „Bouwkunst en Vriendschap” te Rotterdam, kende de jury voor de vraag „groot plan” den len prijs toe aan de oud-leerlingen der Academie J. C. Bolten en J. W. Blok, en in het „klein plan” aan J. A. Faas, leerling van den Architectuurcursus. Twee leerlingen uit de schilderklasse, Smith en Verdonk, kregen in 1930 voor de tweede en derde maal de Koninklijke subsidie. De nieuwe directeur, dr. ir. Plantenga, die door zijn 11

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 182