IN DE VIJFDE HALVE EEUW VAN HAAR BESTAAN. 165
I
den heer
en in de
den heer
van
zijn ontslag te nemen. De Raad van bestuur kon niet
anders doen, hoe noode ook, dan hem dit verleenen.
Het werd den heer Lunsingh Scheurleer, onder betui
ging van groot leedwezen en in de hoop dat zijn heen
gaan uit het bestuur slechts tijdelijk zou zijn, gegeven.
In een kort daarop gehouden ledenvergadering koos
de Raad den heer H. Vreede tot lid van het bestuur en
werd dr. H. P. Berlage herbenoemd, waarop de be
stuursvergadering in de vacature van voorzitter voorzag
door de verkiezing van mr. dr. R. S. Bakels, in de
Vacature Bakels door de verkiezing van
A. O. van Kerkwijk als onder-voorzitter,
vacature D. Hayer door de verkiezing van
H. Vreede als penningmeester, zoodat de Raad
bestuur thans is samengesteld als volgt:
Mr. dr. R. S. Bakels, voorzitter; A. O. van Kerkwijk,
onder-voorzitter; P. A. Haaxman, secretaris; H. Vreede,
penningmeester; ir. J. W. Albarda, dr. H. P. Berlage,
mr. J. K. van der Haagen, mr. G. A. van Haeften,
H. v. d. Kloot Meyburg, Ch. N. E. de Moor, F. Span
jaard, ir. L. J. M. Feber en Joh. Vorrink, de beide laat
ste heeren vertegenwoordigers van het Gemeentebestuur.