KAART VAN 'S-GRAVENHAGE 1560—1570 13 Geheel in het zuiden, ongeveer waar nu de Schouw burg staat, bevond zich het groote Huis van de Ketel (i) waarnaast zich de Boschpoort, de afsluiting van het dorp naar de zijde van het Bosch, bevond. Achter het Huis van de Ketel strekten zich weilanden uit, thans door Schouwburgstraat, Bleyenburg en verdere straten ingenomen. De gronden liepen zuidelijk tot aan de Poten. Achter de huizen aan de Poten, ongeveer tegenover het tegenwoordige Plein en doorloopend tot het Spui lag het Convent van Maria in Galilea (G), een groot klooster, waaraan nu nog slechts de naam van de Ba- gijnestraat herinnert. Verderop, ongeveer ter hoogte van het tegenwoordige Hotel Central, vond men weer een belangrijke hofstede, genaamd ’t Craaiennest (77). Evenals de Hofstede den Doornboom aan het Voorhout komt deze reeds in het oudste hofboek van 1466 voor. Aan het noordelijk uiteinde van het Spui stond een aan O. L. Vrouw gewijde kapel J) op de brug, die dan ook den naam Kapelsbrug verkreeg. Onder de brug bevond zich een sluisje waardoor het beekwater van Hofvijver en Hofgrachten afvloeide naar het Spui. Deze kapel werd ook wel Vischkapel genoemd, omdat van ouds op de brug vischmarkt werd gehouden. Ooste lijk van de brug kwam men weldra bij de Zuidpoort (Y) van het Hof, westelijk liep een kronkelend straatje, het Achterom, dat weinige tientallen jaren geleden nog in wezen was. Ten westen van het Spui lag het armste gedeelte van het dorp. Hier in hoofdzaak was de ten onder gegane lakennijverheid gevestigd geweest, waaraan de naam Voldersgracht nog heden herinnert. Ook de Brouwer- sloot (83) en de Verversloot (84) zijn thans nog als smalle slopjes terug te vinden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 22