UIT HET BEGIN DER 16e EEUW
37
d. Goes I, 1 bl. 103—110.
J) Verzameling door Aart v.
subytelicken geïnvadeert te worden” en den volgen
den dag stonden de Staten tachtigduizend gulden toe
„om ’t Lant te defenderen x). Spoedig daarop onder
vond den Haag de onveiligheid aan den lijve toen van
69 Maart 1528 het dorp door de Gelderschen onder
Maarten van Rossem werd geplunderd. Het is dus
zeer begrijpelijk, dat in dien tijd plannen tot verster
king van het onbeschermde dorp werden gemaakt en
zoo zal tusschen 1515 en 1530, maar vermoedelijk wel
omstreeks 1528 het „Pourtraet omme den Haege te
bemuyren ende stercken”, zooals achterop een der
teekeningen staat, zijn tot stand gekomen.
Hiermede hebben wij de iconographie van den Haag
het derde eener eeuw kunnen vervroegen. Was tot nu
toe de kaart van Jacob van Deventer van de jaren na
1560 de oudste authentieke afbeelding van den Haag,
thans hebben wij er dus twee, die minstens dertig jaren
ouder zijn.
Het is zeer te betreuren dat de beide kaarten het
dorp niet uitvoeriger geven, want blijkens de afbeel
ding van de Kloosterkerk, die nog bestaat en van het
Huis van Egmond, waarvan wij latere afbeeldingen
hebben, is de teekening natuurgetrouw.
Daarom mogen wij aannemen dat ook de klooster
kapellen juist zullen zijn weergegeven en daarmede
hebben wij dus voor het eerst een betrouwbare afbeel
ding dezer belangrijke gebouwen.
Verder leeren beide kaarten ons dat aan het Zuid-
einde, de Wagenstraat, juist bij de St. Anthoniebrugge
en den St. Anthonieburgwal een kapelletje stond. Het
is op de kaart van van Deventer en die van 1570 niet
meer te vinden. Het is wel niet al te gewaagd om te