DE OPKOMST IN DE 17DE EEUW 40 in de Not. act. en kinderen blijkt ten wordt door den grooten, weinig sterken mond onder het teruggeborstelde snorretje. Alleen de sterk ontwikkelde neus geeft karakter aan het gezicht. Naast hem zijn derde vrouw, Anna Hoeufft (afb. 2), een dame uit een aanzienlijk Dordtsch geslacht, die lichtelijk ironisch glim lacht boven haar fijn batisten kraag. Uit Thomas’ beeltenis zou men niet tot zijn succes volle persoonlijkheid kunnen concludeeren en toch blijkt dat deze zoon van een wijnkooper uit een goedmoedig burgerlijk geslacht, voor zijn zonen den weg heeft weten te effenen. Zijn vader, Thomas de Oude 1), was blijkbaar niet ongefortuneerd, want hij kon zich permitteeren driemaal in het huwelijk te treden. De eerste maal, 1598, trouwde hij met de moeder van Thomas, den lateren burgemeester, wier naam ons helaas niet bekend werd; na haar dood huwde hij 28 Sept. 1625 met Janneke van den Heuvel, weduwe van Samuel Cloot en ten derden male in Januari 1635 met Judith Hennincx, weduwe van Daniel Mijtens 2). Deze vrouw leerde Thomas de Oude waarschijnlijk ten huize van zijn zwager Daniel Mijtens kennen, die in 1612 met zijn jongere zuster Gratia3) was getrouwd. Het is door deze familierelaties zeer be grijpelijk dat de schilder Daniel zijn neef Thomas op het toppunt van diens glorie met zijn vrouw heeft ver eeuwigd. Hij wordt als wijnkooper genoemd o.a. la (124), 19 (186). 2) Haar groote liefde voor haar man volle uit Not. act. 70 (333) en 71 (1). 3) Thomas de O. had 1 broeder en 2 zusters: Jan (3.4. 1599 geh. met Grietje van den Tempel (t 1653 te Rotterdam), Maaike (4. 3. 1600 geh. met Enoch Mich uit Rotter dam), Elisabeth (14. 6. 1606 geh. met Andries Palmaert uit Ant werpen) en Gratia (11. 11. 1612 geh. met D. Mijtens).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 53