Mevrouw
derheden
D. S. van
De Vereeniging „die Haghe” doorleeft moeilijke tijden.
Vele te vele leden bedanken met verwijzing naar de
malaise en door de debacle van de Firma Scheurleer heeft
de Vereeniging bovendien zeer veel geld verloren, waar
onder alle reeds geïnde contributies over dit jaar.
Het heeft dus een punt van ernstige overweging uit
gemaakt of in 1932 wel een Jaarboek zou kunnen ver
schijnen. Tenslotte heeft het Bestuur gemeend, dat men
juist de trouw gebleven leden niet mocht teleurstellen en
zelfs het aanspreken van een deel van het kleine kapitaaltje
der Vereeniging daarom gemotiveerd was.
Het Bestuur meent, dank zij dit offer, den leden dan ook
iets bijzonders te kunnen bieden. Dit is n.l. de uitmuntend
geslaagde reproductie van een kaart van den Haag, zoo-
als dit zich moet hebben voorgedaan tusschen 1560 en
1570. De kaart is de vrucht van de studie en de pen van
den Heer A. ter Meer Derval, die in een artikel in dit
Jaarboek een uitvoerige verklaring bij zijn kaart geeft.
Daarna volgen twee artikeltjes aan de singels van den
Haag en aan de plannen tot versterking van het dorp
gewijd, waarbij de aandacht o.a. wordt gevestigd op twee
afbeeldingen van den Haag, die meer dan 30 jaren ouder
zijn dan de oudste tot nu toe bekende.
van GelderSchrijver geeft verder bijzon-
over het Haagsche geslacht Cletcher, de Heer
Zuiden vertelt over de relaties van een jood-
schen bankier uit de 18e eeuw met het Stadhouderlijke Hof.
Ons eere-lid, de oud-voorzitter Mr. H. Zillesen, heeft
uit zijn familiepapieren bijzonderheden gegeven over
den zee-officier J. E. Kempe, die in de jaren rond 1860 in
den Haag een hoog ambt heeft bekleed, terwijl de Heer