VAN HET GESLACHT CLETCHER
45
1640 althans werd wederom voor een vrouw van Thomas
Cletcher den Jongen het graf in de Kloosterkerk geopend.
Het voorbeeld van zijn vader volgende trouwde Tho
mas het jaar daarop ten derde male en wel met Anna
Hoeufft, j. d, uit een aanzienlijk Dordtsch geslacht. 1
Naarmate de jonge juwelier in zijn maatschappelijke
positie hooger aanzien krijgt, trouwt hij met vrouwen
uit hooger en invloedrijker kringen en het is dan ook
na zijn derde huwelijk dat zijn loopbaan als „vroede
vader” begint. Van 1647 tot 1659 is hij afwisselend
schepen en burgemeester van den Haag, in welke func
ties hij in talrijke acten wordt vermeld2).
Vele erfenissen vielen hem toe3) en met zijn groote
vermogen interesseerde hij zich in verschillende finan-
tieele ondernemingen. Zijn oom Niccolo Ghijsberti uit
Constantinopel liet in 1655 aan Thomas als vroegeren
echtgenoot van Anna Ghijsberti en aan Pieter Ghijs
berti, benevens Maria en Magdalena, de dochtertjes
van den overleden Jean Jacomo, zijn fortuin na. In
1650 4) heeft Thomas het deel dat zijn kinderen toe
kwam, 5000 gld., afgestaan aan zijn zwager Carel
Ghijsberti, zeepsieder in Delft, met wien hij van 1646
af een contract5schijnt te hebben over de levering
Jean Hoeufft, Sieur de Fontaine le Comte had, behalve
Anna, nog 6 kinderen: Sara, Elisabeth, Jean, Sieur de Fontaine,
Matthias, Heer van Buttingen, Sandfort en Oyen en Diederick,
Raad van Dordrecht en Raad van de Admiraliteit van Rotterdam.
2) Als schepen wordt hij genoemd o.a. in Not. act.: 57 (124),
205 (361), 61 (26), 61 (54), 197 (239).
Als burgemeester o.a. in: 270 (254), 248 (45).
3) Zijn vermogen, in de cohieren van 1627 voor fl. 6000 aan
geslagen, bedroeg dan ook volgens de cohieren van 1654:
fl. 90.000. Hij woonde toen aan den Korte Vijverberg naast Pauw
wiens vermogen fl. 350.000 bedroeg.
Not. act. 272 (244).
5) Not. act. 188 (533) en 213 (199).