VAN HET GESLACHT CLETCHER 51 Thomas, als buurman van den schilder van Ravesteyn Daniel misschien tevens wist te introduceeren in het schildersgilde en de connectie van zijn zoon den juwe lier met het hof er waarschijlijk toe heeft bijgedragen om Frederik Hendrik te interesseeren voor den pas aangekomen schilder. Nog een enkel woord over Daniel’s verdiensten als kunstenaar. Zijn weinige werken mogen geen al te vruchtbaren voedingsbodem vormen voor zwaarwichtige theorieën, toch moet de eerste conclusie luiden dat Clit- sert niet een nalooper, niet een directe volger van oude, beproefde, schilderkundige middelen en opvattingen is, maar wel degelijk een schilder van de jonge generatie, die in de eerstvolgende jaren den toon zou aangeven voor landschap- en genrekunst: het landschap schil dert hij in de heldere kleurschakeeringen en met de opklarende, vochtige atmosfeer van een Salomon van Ruysdael en een Jan van Goyen in de jaren tusschen 1630 en 1640; in het genrestuk „het kortegaardje” volgt hij den trant van J. Duck, Pieter Potter, Simon Kick, Duyster en Pieter Codde. Hij behoort tot de groep schilders, die een soldatesk element gaarne in hun composities aanbrengen, de eenige groep tevens, die in de hofsfeer van Frederik Hendrik een Hollandsch karakter wist te bewaren en de Vlaamsche en Italiaan- sche invloeden en de arcadische stemmingen langs zich heen lieten gaan. Cletcher’s toets is vettig en wat ge likt en wrijvend in de natte verf gezet. Contrasten worden gezocht in geel, blauw, bruin en groen-blauwe kleuren, de profielen der koppen en de handen zijn wat vlak; de groote flappende hoeden schijnen te balanceeren op de uitgeknipte contourlijnen der hoof den. Maar met dat al: de geschilderde krijgsverrich tingen zijn geheel volgens de intenties van zijn jonge

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1932 | | pagina 66